Na mijn eindexamen Gymnasium α ging ik Nederlands studeren aan de Universiteit Leiden. Daar kwam al snel een eind aan door een ongeplande zwangerschap. Ik kreeg twee dochters en ging toen zij 6 en 4 jaar oud waren naar de Sociale Academie in Amsterdam om vervolgens ook de Voortgezette Opleiding Maatschappelijk Werk te doen. Na mij jaren als maatschappelijk werkster te hebben ingezet ben ik in 1984 gescheiden.
De jaren daarna raakte ik steeds meer politiek geïnteresseerd. Zo kwam ik bij de Rooie Vrouwen in de Partij van de Arbeid terecht en uiteindelijk als fractievoorzitter in de gemeenteraad van Heiloo. Daar na mijn scheiding tijdens de weekenden de muren op me afkwamen, ben ik in 1986 aan de studie Politicologie aan de Universiteit van Amsterdam begonnen, waar ik in 1992 ben afgestudeerd. Zo gaf ik na vele jaren invulling aan een lang gekoesterde wens.
Echter die leuke baan als politicologe kwam maar niet. Bij iedere sollicitatie werd ik tweede. Opvallend, daar moest ik over nadenken en ik kwam tot de conclusie dat ik een andere, nooit vervulde wens, voorrang moest verlenen: een reis om de wereld.
De wijde wereld in
Na een half jaar aan voorbereidingen, waaronder het opzeggen van mijn toentertijd drie banen (fractievoorzitter in de gemeenteraad, medewerker van een Tweede Kamerlid en voorzitter van de sociale werkplaats in Alkmaar), het verkopen van mijn huis en mijn auto, pakte ik mijn rugzak en vertrok ik voor een jaar de wijde wereld in. Via Canada, Amerika en Pakistan heb ik ruim een half jaar door India en Nepal getrokken. In India leerde ik om op mijn intuïtie te vertrouwen en vooral heel veel geduld te hebben. Naar India ben ik nog vele malen teruggekeerd.
Ook al had iedereen mij op het hart gedrukt, dat ik bij terugkomst nooit meer een baan zou vinden, ik was tenslotte al 46 toen ik vertrok, kreeg ik een baan als plaatsvervangend directeur en al snel als directeur van asielzoekerscentra bij het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). Een uitdagende baan, waarbij al mijn kwaliteiten werden aangesproken en als ik ze niet had, moest ik heel snel zorgen er wél over te beschikken, zoals met spoed een mediatraining volgen, omdat ik voor een tv-zender had gezegd dat er zich wel meer psychiatrische personen onder asielzoekers bevonden. Dat had ik niet mogen zeggen!
Verstrooiing vond ik in die tijd bij het door mij opgerichte directeurencabaret, waarmee we bij diverse (personeels)bijeenkomsten optraden.
Nadat het COA ging reorganiseren heb ik tot mijn pensioen als manager bij de vrouwenopvang in Amsterdam gewerkt.
Tinnitus: Gevangen in geluid
In 2014 heeft mijn oudste dochter Gaby euthanasie gekregen voor haar ondraaglijk lijden door tinnitus (oorsuizen). Zij was uitbehandeld. Tijdens haar 14 jaar lange strijd om met de aandoening te leren omgaan, heb ik geleerd wat onvoorwaardelijke liefde is. Onvoorwaardelijke liefde voor mijn dochter.
Een half jaar na haar overlijden ben ik begonnen met het schrijven van het boek Gevangen in geluid. Een boek over de lijdensweg van mijn dochter, maar ook over wat tinnitus nu precies is en welke behandelingen er zijn, ook al is de aandoening niet te genezen. In 2017 is het boek uitgegeven en kreeg het veel media-aandacht. Precies wat mijn dochter graag had gewild, aandacht voor tinnitus.
In datzelfde jaar heb ik de Stichting Gaby Olthuis Fonds opgericht om geld te genereren voor onderzoek naar en de behandeling van tinnitus. Met dit boek heb ik een maatschappelijke bijdrage geleverd door tinnitus bespreekbaar te maken en op de kaart te zetten.
Eenzaamheid: Hunkeren naar verbinding
Aan de media-aandacht kwam een eind en ik voelde mijn eenzaamheid toenemen. En ook de irritatie groeide over al die leuke activiteiten die voor eenzame ouderen werden georganiseerd. Leuk, maar dat sloeg niet op mij. Wat ik wel wist, ik voelde mij eenzaam. Dan zelf maar op onderzoek gaan en erachter komen hoe het wél zit. Na twee jaar onderzoek en schrijven is op 1 oktober 2021 Hunkeren naar verbinding, een andere kijk op eenzaamheid, verschenen. Hierin beschouw ik eenzaamheid vanuit de drie soorten eenzaamheid: existentieel, emotioneel en sociaal. Het onderzoek en het schrijven leverde ook nieuwe kennis over mezelf en zelfinzicht op.
Daarover ga ik de komende tijd voor de Evolutiegids schrijven. Over eenzaamheid, een steeds groter wordend maatschappelijk probleem en wat je zelf, de omgeving en de overheid kunnen doen om eenzaamheid draaglijker te maken of zelfs te voorkomen. Maar ook over de invloed van de individualisering en de digitalisering van de samenleving en wat een minister van Eenzaamheid, naar Engels voorbeeld, zou kunnen doen. Hiermee hoop ik een maatschappelijke bijdrage te leveren door deze genuanceerder kijk op eenzaamheid.