Esther-Mirjam Sent van de Radboud Universiteit Nijmegen:
‘Vrouwelijke toppers en vrouwelijk leiderschap
zijn en blijven nodig’
De cultuur in Nederland leidt tot een geringe economische zelfstandigheid onder lager opgeleide vrouwen en minder doorstroom van vrouwen naar de top van het bedrijfsleven. Prof. Esther-Mirjam Sent, hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen, pleit voor een grotere diversiteit binnen de top van organisaties. Een gesprek met een inspirerende senator in de Eerste Kamer.
Esther-Mirjam Sent, professor aan de Radboud Universiteit Nijmegen, kan niet buiten de economie om redeneren als ze het onderwerp vrouwelijk leiderschap aansnijdt. Haar werkkamer staat vol met boeken en de grond is bezaaid met vaktijdschriften. Als hoogleraar moet ze in kennis vooroplopen en veel onderzoek doen. Voor de hoogleraar Economische Theorie en Economisch Beleid aan de Radboud Universiteit Nijmegen en senator in de Eerste Kamer is het onderwerp vrouwen naar de top of vrouwelijk talentmanagement een redelijk recent onderzoeksinteresse. “Ik ben geïnspireerd door een uitspraak van Neelie Smit Kroes”, zegt Esther-Mirjam Sent. “Kroes zei: ‘Ik ben ervan overtuigd dat als Lehman Brothers Lehman Sisters had geheten, we niet een crisis hadden gehad zoals we die nu doormaken.’ Ze zegt ook: ‘I am proud to be quoted’. Ze is een geweldig rolmodel. Haar opmerkingen en mijn eigen ervaringen tijdens mijn studie hebben mij aangespoord om nader onderzoek te doen. Als promovenda op Stanford University in de Verenigde Staten wilde ik graag deel uitmaken van de mannenwereld. Om er maar bij te horen ging ik met ze volleyballen en bier drinken of maakte ik platte grappen. Dat heb ik heel lang volgehouden totdat ik inzag dat dit nergens op sloeg. Maar het werkt eigenlijk geen van beiden: of je je nou mannelijk of vrouwelijk gedraagt. Bij het eerste word je als een vreemde man gezien en bij het laatste hoor je er niet bij.”
Kritische massa
Professor Sent ziet maar een oplossing, die van de kritische massa. “Je hebt een kritische massa van 35% of meer nodig wil een vrouw als individu gezien worden. Het is nogal lastig om dit onderwerp in Nederland te berde te brengen, omdat we snel in een kramp schieten als het maar enigszins naar emancipatie riekt. Dat heeft me heel erg gestoord. Waarom redeneren we niet vanuit de diversiteitsgedachte? We hebben op de Radboud Universiteit Nijmegen een mentorprogramma opgezet om potentiële vrouwelijke leiders klaar te stomen voor een hogere functie. En wat doen we dan? Vrouwen coachen vrouwen. Daarom werd er gesuggereerd: misschien moeten we ook mannelijke mentoren aanstellen. En wat creëer je dan? Mini-mannetjes. Op die manier leer je de vrouwen zich aan te passen aan de mannelijke cultuur. En waarom stromen de vrouwen zo moeilijk door? Omdat hun kwaliteiten door een sexebril worden bekeken. Het is niet in de eerste plaats een vrouwenprobleem, het is een probleem van de organisatie. Ik heb zelf onderzoek gedaan naar de Noorse quotum-wetgeving en gevonden dat bedrijfsresultaten zijn verbeterd als gevolg van de wetgeving. Experimentele onderzoeken wijzen uit dat teams van mannen én vrouwen en dus diversiteit de beste resultaten opleveren. Er zijn goede bedoelingen, maar men beseft niet hoe diep de vooroordelen in de maatschappij verankerd zijn en hoe dominant de mannencultuur is.
Old boys network
Tijdens de Week van de Ondernemer in Utrecht vertoonden alleen mannen hun kunsten als spreker op het podium. Ik denk niet eens dat ze aan vrouwelijke sprekers gedacht hebben. Professor Sent: “De ideale spreker is een kloon en die zoek je in je eigen omgeving, het old boys network. Vaak wordt er dan gezegd: ‘We weten vrouwelijke toppers niet te vinden.’ Maar dan hebben ze niet in de juiste netwerken gezocht, want Woman Capital heeft zesduizend cv’s van vrouwelijke kandidaten in de databank zitten. Het probleem is ook dat we vrouwen systematisch lager waarderen en ze niet als leider zien. En dat komt omdat vrouwelijk talent door de mannelijke sexebril wordt bekeken. Dat blijkt uit allerlei experimenten. Een mooi experiment is de rechthoekige vergadertafel met mannelijke deelnemers. Je vraagt dan aan mensen: wie is de leider? Dan wijzen ze een man aan het hoofd van de tafel aan. Zijn het allemaal vrouwen, dan wijzen ze de vrouw aan het hoofd van de tafel aan. Is het een gemengd gezelschap en er zit een vrouw aan het hoofd van de tafel, dan zoeken ze net zo lang totdat ze een mannelijke leider hebben gevonden. De vooroordelen zijn zó diep ingesleten, dat premier Rutte heel gemakkelijk kan wegkomen met zijn opmerking: ‘Ik heb het kabinet geselecteerd op basis van kwaliteit.’ Je hoort dit soort opmerkingen heel vaak als het quotum ter sprake komt. Vooral als er gezegd wordt dat er gediscrimineerd wordt. Nee, zeggen ze dan. We willen geen concessies doen aan de kwaliteit. Dat moet je op een andere manier doorbreken. In mijn optiek kan dat pas met een kritische massa vrouwen in de top van 35%.
Paardenmiddel
Maar ook de vrouwen zelf vormen het probleem aldus professor Sent. “Ik ben voorstander van een wettelijk quotum. Het is weliswaar een paardenmiddel, maar ik zie het als een positieve discriminatie om de negatieve discriminatie die er bestaat gelijk te trekken of in balans te brengen. Ik ben voor balans. We zitten ook in een deeltijdklem. Dat maakt het lastig voor vrouwen om carrière te maken. Alles is eigenlijk gericht op een anderhalf verdienersmodel. We zouden moeten overstappen op het twee keer vier model, want dan heb je als vrouw niet de dubbele lasten. Dan is het voor vrouwen eenvoudiger om carrière te maken en voor mannen om thuis bij te dragen”, legt Esther-Mirjam Sent uit. “Je moet ook zorgen voor een continurooster op de basisscholen en voor brede scholen waar alles onder een dak zit met publieke voorzieningen en ruime openingstijden.”
Onrealistisch optimisme
Ik hoor je niets zeggen over de opleiding. “Vrouwelijke studenten zijn gewoon hardstikke goed. Er zitten meer meisjes dan jongens op de universiteit. En de meisjes studeren sneller af met betere cijfers. Daarna gaat het mis, omdat ze zich niet sterk genoeg opstellen op de arbeidsmarkt. Ik zie ook wel dat de jeugd last heeft van onrealistisch optimisme. Ze denken allemaal dat hen bovengemiddeld vaak iets goeds zal overkomen. Ik merk dat jongeren nogal huiverig staan tegenover de quotum-wetgeving, want ze denken dit wel op eigen kracht te kunnen regelen.”
Helpt het als vrouwen zich verenigen? “Ik ben liever van het samen oplossen in plaats van in je eigen netwerk kruipen. Ik kan me voorstellen dat vrouwenclubs moreel ondersteunend werken en dat het fijn is om lotgenoten tegen te komen. Maar ik geloof nog het meest in diversiteit en balans. Ga dus geen old girls network creëren”, vindt Esther-Mirjam Sent. “Zo vind ik dat het onderwijs teveel gefeminiseerd is. Een bedrijf werkt het beste als er krachten en tegenkrachten zijn. Dus zoek ook geen gelijkgestemden om je heen. Je moet mensen om je heen hebben die met je van mening verschillen, zodat jij je mening kunt aanscherpen en de ander ook. Ga vooral uit van je eigen kracht. Probeer niet tegen je eigen aard in te werken.”
Zie je snel veranderingen komen? “Er zijn positieve ontwikkelingen zoals de ontgroening en de vergrijzing en daardoor de toenemende krapte op de arbeidsmarkt. De kredietcrisis heeft het onderwerp nog eens extra aangezwengeld. Er zijn ook minpunten. De Female Board Index laat zien dat er via de weg der geleidelijkheid in 2034 maar dertig procent vrouwen in de raden van commissarissen zullen zijn en in 2077 dertig procent vrouwen in de raden van bestuur! En toch vind ik niet dat je vrouwen moet dwingen. Het moet een vrije keuze zijn. Het is niet mijn bedoeling vrouwen allemaal in de top te laten functioneren, maar het is mijn ideaal dat vrouwen die dat willen ook de mogelijkheid krijgen. En dat vrouwen die dat niet willen gaan nadenken over zichzelf. Het is namelijk voor vrouwen niet verstandig om niet economisch zelfstandig te zijn.”
Foto’s van prof. Esther-Mirjam Sent: Erik van ’t Hullenaar.
AUTEUR MARY SPAN | ©EVOLUTIEGIDS | 110415
Trendjournalist/publicist en auteur van het boek Zinvolle [W]evolutie.
Hou ervan je te inspireren en te activeren voor zinvolle evolutie
in leven en werk, bouwend aan een wereld van nieuwe mogelijkheden.
Partijvoorzitter PvdA
02-10-21: De leden van de PvdA hebben senator Esther-Mirjam Sent gekozen tot hun partijvoorzitter. De econoom presenteerde zich nadrukkelijk als een kandidaat die de partij een nieuw sociaaldemocratisch elan wil geven. Bron: Trouw en Facebook.
Topvrouwen en Tweede Kamer voor quotum
03-12-19: De invoering van een vrouwenquotum is weer actueel, omdat de regeling voor een wettelijk streefcijfer (in 2013 ingesteld) dit jaar afloopt. De rvc van beursgenoteerde bedrijven beschikken over 26,8% vrouwen en raden van bestuur over slechts 8,5%. Topvrouwen is voor, te beginnen bij de raden van commissarissen. De meerheid van de Tweede Kamer is voor verplicht vrouwenquotum. De SER wil dat er een zogenoemd ingroei-quotum komt. Als een raad van commissarissen minder dan 30 procent vrouwen telt en er komt een positie vrij, dan mag die niet door een man worden vervuld. Bron: Marry de Gaaij Fortman van Topvrouwen in Buitenhof en NOS.
Hoe kan het dat vrouwen minder verdienen dan mannen?
Emancipatie nog steeds droevig gesteld
01-07-19: Esther Mirjam Sent is voorstander van gemengde teams. Onderzoek heeft ook aangetoond dat die beter presteren. Maar om te zorgen dat meer vrouwen op topposities, maar ook in de wetenschap, komen, is een kritische massa nodig. “Vrouwen moeten minstens 30 procent van de groep uitmaken om te zorgen dat ze zich evenredig gezien en gehoord voelen. Ook mannen moeten bovendien meedoen, anders blijft het een vrouwenprobleem. Ik denk dat vrouwenquota onvermijdelijk zijn. Dat geldt zeker voor het bedrijfsleven. Komen er zeven topvrouwen bij, vertrekken er tegelijkertijd vijf. Dat schiet dus niet op. Paardenmiddelen als vrouwenquota zijn daarom soms nodig. Anders zijn we zo weer decennia verder.” Bron: Intermediair
Invloedrijkste top 200
15-12-18: In de Volkskrant top 200 van invloedrijkste bestuurders zitten ook vrouwen: In de top 50 zitten nr. 6 Herna Verhagen, nr 15 Louise Fresco, nr. 16 Annemarie Jorritsma, nr. 17 Marjan van Loon, , nr. 18 Laura van Geest, nr. 19 Femke Halsema, nr. 21 Margo Scheltema, nr. 22 Marjan Minnisma, nr. 30 Marry de Gaay Fortman, nr. 33 Corien Wortmann-Kool, nr. 34 Annemiek Fentener van Vlissingen, nr. 43 Neelie Kroes, nr. 45 Barbara Baarsma. Bron: Volkskrant.
Vrouwvriendelijke DSM-baas
15-12-18: Feike Sijbesma, bestuursvoorzitter DSM, aarzelt niet om vrouwen een hogere functie te geven, ook al zijn ze zwanger of begin 30. Het lukt DSM daarom wél om topvrouwen te vinden. ‘Het is gevaarlijk als bedrijf om bijziend te worden’, zegt hij tegen VNO-NCW. ‘En daar krijg je last van als je allemaal mensen van dezelfde nationaliteit, geslacht, leeftijd en achtergrond in de top van je organisatie hebt, die dezelfde kranten lezen, uit dezelfde wereld komen en elkaar vaak (her)bevestigen.’ Sijbesma is aanvoerder van de Volkskrant Top 200 van invloedrijkste Nederlanders in 2018.
Op de bres voor vrouwenrechten